Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En hij riep krachtelijk met een grote stem, zeggende: [4]Zij is gevallen, zij is gevallen, het grote Babylon, en is geworden [5]een woonstede der duivelen, en een bewaarplaats van alle onreine geesten, en een bewaarplaats van alle onrein en hatelijk gevogelte; 4. Deze woorden zijn ook gesproken door een engel, hfdst.14 vs.8; maar worden daar verstaan van het begin van den val van dit grote Babylon in de harten van velen in de wereld, gelijk daar is aangetekend; hetwelk nu langen tijd is begonnen te geschieden, en nog dagelijks geschiedt. Maar hier worden zij verstaan van de uiterste uitroeiing van den troon van dit beest, of van dit grote Roomse Babylon. En deze woorden zijn genomen uit Jes.21:9, en Jer.51:8; welke woorden daar meer dan honderd jaar voor de uitroeiing van de stad en het rijk van het Assyrische Babylon door de profeten zijn voorzegd, en daarna volbracht. 5. Namelijk welke in eenzame en woeste plaatsen met het onreine gevogelte meest zich onthouden, gelijk de ervaring en Christus zelf betuigt, Matth.12:43, waar zij door Gods voorzienigheid worden gehouden als in een bewaring, totdat God in Zijn rechtvaardig oordeel hun den toom loslaat, om de mensen opnieuw te verzoeken; en dergelijke woorden worden ook gebruikt van de verwoesting van het Assyrische Babylon; Jes.13:21,22; Jer.50:39, enz.